Werken als ambulante begeleider; de werkdag van Sharon
Hoe is werken als ambulante begeleider? Lees hoe Sharon haar werkdag beschrijft.
Heb je weleens zo’n dag…
De wekker loopt af en jij waant je nog in een halve coma. Je sleept jezelf uit bed en je kleine teen raakt nog net even de punt van je bed. In een ijltempo kleed je jezelf aan, smeert brood en zet je je kind af op school. De werkdag kan beginnen, maar je agenda heeft meer afspraken dan tijd. Voor 10 uur een belletje… shit… crisis… En het was al zo druk… Oh en dan die administratie, die kon eigenlijk ook nog wel wat aandacht gebruiken…
Zo’n dag heb ik weleens.
Maar vandaag niet!
Vandaag sta ik netjes 10 minuten te vroeg bij mijn cliënt aan de deur. “Hij is er nog niet, moest werken tot 15 uur”, hoor ik twee van zijn buren tegen me zeggen. “Het gaat goed met hem hé?! Hij ziet er goed uit en maakt vaker een babbeltje, vroeger zei hij niets.”
Drie jaar geleden ontmoette ik Klaasje. Guido en Monique hadden een week daarvoor de intake gedaan op het werk van Klaasje. De werkgever en WMO-consulent vonden dat er een begeleider nodig was. Klaasje had ingestemd omdat hij afgelopen jaar iedere woensdagmiddag vrij had gehad voor begeleiding. Maar de begeleider kwam al een jaar niet meer.
Guido en Monique dachten aan mij (wat ik toen niet wist is dat ze een toto hadden opgesteld; of ik überhaupt binnen zou komen, én zo ja voor hoe lang…).
Vervuilde woning
De eerste keer trof ik een gesloten jonge knul aan in een vervuilde woning. Terwijl we praatten liep ik door zijn huis om “mijn werk” beter in kaart te brengen. “Ik wil echt niet dat heel mijn huis ineens spic en span wordt, dan voel ik me niet meer thuis!”
We kletsten over eerdere hulpverlening en zijn antipathie voor hulpverleners. Terwijl ik poolshoogte nam van de staat van zijn koelkast – hetgeen wat er in stond had al minstens drie weken plannen om zelf weg te lopen – moest ik kokhalzen.
Ik besloot de koelkast de volgende keer wel aan te pakken, op nuchtere maag, leek me veiliger. De keer erop kwam ik terug en hoorde ik Klaasje schoorvoetend zeggen; “Ik heb de koelkast maar alvast leeggehaald; ik vond het zo vervelend dat je bijna moest overgeven”.
Iedere week kwam ik twee keer
We haalden het vuil van de tafel, de bank, de vloer en uit de keuken. Na verloop van tijd was de puinhoop bij binnenkomst minder groot dan de keer er voor. Victorie! We gingen verder met wat grotere klussen; de wc, de keukenkastjes, de diepvries en magnetron. Maar zijn slaapkamer en badkamer, die mocht ik nog steeds niet zien. “Ik kom toch ook niet in jouw slaapkamer!”
Een leefbaarder huis
Ik werd aangenaam verrast doordat de vloer geveegd of zelfs gedweild was vóór ik kwam. De afvalzakken niet meer in polonaise in de gang stonden. Zelfs de fruitvliegjes waren verhuisd! Op een gegeven moment kwamen er nieuwe meubels in huis. Er verdwenen rond dezelfde tijd ook vrienden; “Die hadden geen respect voor mij en mijn huis”. Rare oude spullen van de kringloop transformeerde Klaasje in een handomdraai in superpimpy vintage spullen, wat zijn huis steeds meer eigenheid gaf.
Verlies van werk
Op het werk daarentegen ging het minder. Klaasje had zijn werkgever in een eerder stadium gevraagd met hem mee te kijken bij zijn financiën. De schulden waren weg, maar het inleveren van boodschappenbonnen bracht problemen met zich mee. Wiet kwam namelijk niet met een kassabon…
Klaasje blowt. Dit doet hij om bepaalde gedachten (uit de periode dat hij op straat leefde) weg te houden. Zijn werkgever kon hier echter niets mee en zat hem steeds dichter op de huid. Klaasje stopt uiteindelijk bij zijn werkgever en komt thuis te zitten.
Eén jaar lang heeft hij niet gewerkt. Behalve gamen en de kringloop opzoeken, gebeurt er niet al te veel.
Een gesprek bij UWV levert een jobcoach op. Zijn oude jobcoach kan helaas niet vanwege lichamelijke klachten. Zijn vervanger komt zo uit een tandpasta reclame gelopen: glad met hele mooie praatjes en goed haar! Niet verrassend levert dit, behalve teleurstelling, niet veel op.
Klaasje is boos. “Die Wajong maakt het veel erger! Werkgevers willen alleen subsidie, ik loop het vuur uit mijn sloffen, maar ze zijn toch niet van plan me een contract te bieden. Dat kost ze hun subsidie. Waar doe ik het nou helemaal voor?”
Een tweede kans
Een nieuw gesprek bij het UWV met zijn oude arbeidsdeskundige. “Wat heeft mijn collega nu weer gedaan; dat wintersportmodel van een jobcoach past toch helemaal niet bij jou?! Maar wat doe je nu eigenlijk de hele dag sinds je thuis zit?”
Trots komen de foto’s van tafelpoten omgevormd tot lampen, een zelfgemaakte gong, oude typemachines en projectors boven tafel. “Ha! Dan weet ik de plek voor je! Bij Sandmate in Ottersum geven ze oude spulletjes een tweede kans. Misschien kunnen we, als het je daar bevalt, er dan een cursus meubelmaker of stoffeerder achter aan plannen.”
Na tweeënhalf jaar aan huisbezoeken staat op een goede dag ineens de slaapkamer deur open. Kort daarop komt de woningbouw met een renovatie van keuken, badkamer en toilet én worden al zijn kozijnen en deuren voorzien van hr+++ glas. Een bewindvoerder doet inmiddels al een tijdje zijn financiën en heeft een leuk bedrag voor hem kunnen sparen.
De buren hebben gelijk: het gaat goed!
En nog leuker wordt het verhaal als blijkt dat de buurman bij Dichterbij werkt en een aantal vrienden van Klaasje kent. “Die jongens zijn helemaal geïnspireerd geraakt door hem en zijn zelf ook bezig hun huisje op orde te maken!”
Soms, heb je ook weleens zo’n dag.